Stem voor de Zee
Jouw stem voor de ZEE is van levensbelang
Nederland is een waterland. We zijn trots op onze dijken en hoe we samenleven met het water, van rivieren tot zee. De zee is ook een bron van leven en trouwe partner in energie en infrastructuur.
Wist je dat de oceaan een kwart van de wereldwijde CO2-uitstoot opneemt, een gezonde zee de beste verdediging is tegen klimaatverandering en de Noordzee een thuis biedt aan duizenden soorten en een cruciale schakel vormt in de Europese natuur en voedselketens?
Kortom: er is een hoop om de zee dankbaar voor te zijn. Maar, de zee staat onder druk: De biodiversiteit neemt af, stromingen veranderen en haar natuurlijke functies raken verstoord. Met jouw stem op 29 oktober kun je de zee een handje helpen: kies voor een partij die de zee en al haar leven beschermt!
Hoe is de oceaan in 2025 in het nieuws geweest? (pdf)
ZeeWijzer
Zo denken de partijen over de bescherming van de zee
Uitleg hoe deze maatregelen de zee kunnen beschermen
Afbouwen van gas- en oliewinning op zee
Het afbouwen van gas- en oliewinning op zee is belangrijk voor het behoud van de natuur, zowel in de Waddenzee als in de Nederlandse Noordzee. In de ondiepe Waddenzee valt bij laag water veel zeebodem droog, waardoor vogels optimaal kunnen foerageren. Gaswinning verlaagt daar de bodem, waardoor minder zeebodem droogvalt of korter beschikbaar is voor vogels. Dit verkleint de voedselbodem en bedreigt soorten die van deze gebieden afhankelijk zijn.
Daarnaast versterkt het gebruik van fossiele brandstoffen het broeikaseffect en daarmee de zeespiegelstijging. Samen met bodemdaling door gaswinning komt hierdoor nog minder droogvallende bodem beschikbaar. Op Ameland en in de omgeving wordt al 35 jaar gas gewonnen, waardoor de bodem op sommige plekken bijna een halve meter is gedaald. Kwelders en broedgebieden van vogels staan hierdoor vaker onder water, wat leidt tot verlies van nesten en minder succesvol nageslacht.
Gaswinning verandert ook de samenstelling van de zeebodem. Bodemdieren zoals wadslakjes, een belangrijke voedselbron voor vogels, komen daardoor minder voor. Zo heeft gaswinning schadelijke effecten op kwetsbare en beschermde natuurgebieden, waaronder UNESCO Werelderfgoed.
Het verminderen van gas- en oliewinning op zee is daarom essentieel om ecosystemen te beschermen, de voedselbodem voor vogels te behouden en de effecten van klimaatverandering te beperken.
Maatregelen tegen watervervuiling
De basis van een gezonde zee is een goede waterkwaliteit. Als mensen hun hele leven doorbrengen in een smogwolk, gaat dit ten koste van hun gezondheid. Op dezelfde manier geldt dit voor de zee. Het zeeleven heeft last van een slechte waterkwaliteit.
De waterkwaliteit van onze Noordzee, Waddenzee en kustzones wordt op verschillende manieren door de mens beïnvloed: chemicaliën en nutriënten spoelen via rivieren en kanalen in de zee, er is afvaldumping op zee en vrachtschepen brengen gebiedsvreemd water met zich mee. Daarnaast laten structuren zoals olie, gas, energie en data infrastructuur, stoffen los die langzaam in het zeewater terechtkomen.
De bescherming van onze waterkwaliteit is wettelijk geregeld via de Kaderrichtlijn Water en Kaderrichtlijn Marien. Op dit moment voldoet echter geen enkele van de mariene wateren aan de doelen. Met name plastic afval, inclusief de stoffen die hieruit vrijkomen, pesticiden uit landbouw, en PCB’s (polychloorbifenyl, vroeger veel gebruikt in elektrische apparatuur) verslechteren de waterkwaliteit. Hierdoor staat de biodiversiteit van het zeeleven onder druk. Er is dus werk aan de winkel.
Versterken en/of vergroten van beschermde natuurgebieden op zee
Beschermde natuurgebieden op zee zijn essentieel voor het behoud van biodiversiteit, het herstel van vispopulaties en een toekomstbestendige Noordzee. Wetenschappers adviseren dat minimaal 30% van de zee effectief beschermd moet worden. Binnen deze 30% zou ten minste 10% onder strikte bescherming moeten vallen, waar natuurlijke processen hun gang kunnen gaan en menselijke verstoring volledig wordt uitgesloten. Alleen activiteiten die passen bij ecologische doelen, zoals natuurherstel, onderzoek of kleinschalige recreatie, kunnen onder voorwaarden plaatsvinden. Deze ambitie is vastgelegd in de EU-Biodiversiteitsstrategie. Goed beheerde mariene gebieden dragen bewezen bij aan natuurherstel, natuurlijke koolstofopslag, klimaatadaptatie en op termijn ook economische voordelen via herstel van ecosystemen.
In de praktijk is momenteel circa 12% van de Europese zeeën aangewezen als marien beschermd gebied waarvan slechts 0,2% strikt beschermd. Hoewel in de Nederlandse Noordzee ongeveer 30% is aangewezen als beschermd gebied, zijn schadelijke activiteiten zoals bodemverstorende visserij en grootschalige industriële activiteiten nog grotendeels toegestaan en geen enkel deel van de Noordzee valt onder strikte bescherming. Deze ‘papieren parken’ bieden daardoor weinig echte bescherming. Om onze mariene ecosystemen te behouden en te herstellen, moeten beschermde gebieden niet alleen worden uitgebreid, maar ook effectief worden beschermd. Dat betekent: schadelijke activiteiten uitsluiten, goed beheer borgen en handhaving versterken.
Beter rekening houden met de impact van windparken op het zeeleven
Om de klimaatdoelen te halen en duurzame energie op te wekken, worden de komende decennia veel windparken op de Noordzee gebouwd. Dit heeft gevolgen voor de natuur: kwetsbare diersoorten en ecosystemen komen hierdoor nog verder onder druk te staan.
Het is daarom belangrijk dat het belang van natuur wordt meegenomen bij de uitrol van windparken. Dat betekent dat de risico’s zoveel mogelijk beperkt moeten worden en de kansen voor natuur benut. Risico’s zijn bijvoorbeeld verstoring van soorten door onderwatergeluid, aanvaringen van vogels en vleermuizen met turbines en gedragsveranderingen door elektromagnetische straling van kabels.
Tegelijkertijd bieden windparken ook kansen. Zo mag er binnen een windpark momenteel geen actieve visserij plaatsvinden, wat de natuur rust geeft. Met natuurinclusieve maatregelen, zoals het aanleggen van kunstmatige riffen of het stimuleren van bepaalde vissoorten, kan de biodiversiteit zelfs worden versterkt.
Door windenergie te combineren met zorgvuldig natuurbeheer kunnen we bijdragen aan de energietransitie én het herstel van zee-ecosystemen.
Bodemverstorende visserij verbieden in beschermde natuurgebieden op zee
Bij bodemverstorende visserij – ook wel demersale sleepnetvisserij genoemd – worden verzwaarde netten over de zeebodem gesleept om vissen zoals schol en tong te vangen. Deze methode wordt veel gebruikt in Nederlandse en Europese wateren, maar heeft grote gevolgen voor het leven op de zeebodem. De netten beschadigen of vernietigen een groot deel van de bodemorganismen en hun leefgebieden. Bovendien kan het omwoelen van de zeebodem opgeslagen koolstof vrijlaten, wat bijdraagt aan klimaatverandering.
Soms wordt pulsvisserij genoemd als een duurzamer alternatief, maar ook deze techniek heeft nog steeds een aanzienlijke impact op de bodem. Daarom wordt het opheffen van het huidige verbod als ongunstig voor het milieu beschouwd.
In veel landen klinkt de roep om bodemverstorende visserij te verbieden in beschermde natuurgebieden, de zogenoemde Marine Protected Areas. Zweden, Denemarken en Griekenland hebben al stappen gezet in die richting. In Nederland is bodemverstorende visserij momenteel verboden in slechts 5% van de Noordzee, terwijl onze Natura 2000-gebieden te maken hebben met de grootste visserijdruk van bodemverstorende visserij in Europa.
Een verbod kan niet alleen de natuur herstellen, maar ook de visserij ten goede komen. Effectief beschermde gebieden werken als kraamkamers: ze vergroten visbestanden, waarvan omliggende visgronden op termijn kunnen profiteren.
Reguleren en handhaven van overbevissing en bijvangst
Overbevissing en bijvangst hebben de Noordzee ingrijpend veranderd. Hoewel er steeds beter beleid is om de druk van visserij op het ecosysteem te verminderen, is de balans tussen natuur en visserij nog steeds zoek. Bijna een kwart van de vissoorten in de Noordoost-Atlantische Oceaan is nog altijd overbevist. Dit heeft invloed op de samenstelling van vispopulaties, hun verspreiding en zelfs op de leeftijd en grootte van vissen. Intensieve visserij verstoort de structuur van visgemeenschappen en draagt bij aan biodiversiteitsverlies.
Bijvangst vormt een urgent en onderbelicht probleem. Vooral in de bodemsleepnetvisserij zijn de bijvangstpercentages zorgwekkend hoog. In totaal werd in 2024 23.893 ton jonge schol teruggegooid. Ook langlevende en beschermde soorten worden onbedoeld gevangen, wat ingrijpende gevolgen kan hebben voor hun populaties.
Dit onderstreept de noodzaak van een transparante en controleerbare visserij, waarin technische voorschriften worden nageleefd, vangsten goed worden gemonitord en traceerbaarheid gegarandeerd is. Alleen met effectieve handhaving – zowel op zee als aan wal – kunnen we zorgen voor een gezonde balans tussen visserij en natuur.
Inzetten op verduurzaming scheepvaart
Nederland heeft zijn welvaart voor een groot deel te danken aan handel over zee. Eeuwenlang voer de scheepvaart op windkracht, maar sinds de opkomst van de verbrandingsmotor – halverwege de 19e eeuw – is de sector afhankelijk geworden van fossiele brandstoffen. Dat zorgt voor uitstoot van fijnstof, stikstof, roet en CO₂, én voor vervuiling van zee en havens door lozing van afvalwater.
Om de klimaatcrisis aan te pakken moet ook de scheepvaart verduurzamen. Dat kan op verschillende manieren. Een belangrijk onderdeel is het opnieuw benutten van wind als schone energiebron. Moderne technologie maakt dat mogelijk met systemen als rotors, vaste vleugelzeilen (rigid wings) en zogenoemde suction sails, die de wind efficiënt omzetten in voortstuwing.
Daarnaast is het terugdringen van waterverontreiniging essentieel. Dat kan door het lozen van afvalwater – afkomstig van de machinekamer, riolering en zogenaamde scrubbers (installaties die uitlaatgassen reinigen) – te verbieden.
Door in te zetten op schone energie en minder vervuiling kan de maritieme sector een grote bijdrage leveren aan het herstel van zee-ecosystemen én aan de overgang naar een klimaatneutrale toekomst.
Maatregelen ter bescherming van het koraal in Caribisch Nederland
De koraalriffen in Caribisch Nederland verkeren in zorgwekkende staat door wereldwijde en lokale bedreigingen. Klimaatverandering zorgt voor opwarming van de oceanen en grootschalige koraalsterfte. Tegelijkertijd kan lokaal ingrijpen veel verschil maken. Koralen hebben schoon, helder en voedselarm water nodig. Vervuiling door rioolwater, erosie door kustontwikkeling en loslopend vee verstoort dit evenwicht en kan leiden tot overwoekering door algen.
Het behoud van koraalriffen wordt ondersteund door internationale verdragen zoals het CBD, CITES, Ramsar, UNCLOS en het Werelderfgoedverdrag van UNESCO. Ook regionale overeenkomsten, zoals het SPAW-protocol binnen het Cartagena-verdrag, dragen bij. Binnen het Koninkrijk der Nederlanden vallen de koraalriffen onder beschermde natuurparken, nationale wetgeving en lokale regels, uitgevoerd door lokale NGO’s zoals STINAPA, STENAPA en SCF.
Beleid is echter effectief alleen wanneer het zich richt op de oorzaken van achteruitgang. Restauratie zonder aanpak van de bron is zinloos—het is alsof je stoelen herschikt op de Titanic terwijl het water blijft binnenstromen.
Effectieve lokale maatregelen zijn onder meer het verbeteren van waterkwaliteit, herstel van zee-egels en herbivore vissen, strengere regels voor kustontwikkeling, beter stroomgebiedbeheer en investeringen in waterzuivering. Deze acties vergroten de veerkracht van de riffen en kopen tijd tegen de effecten van klimaatverandering.
Committeren aan het Klimaatakkoord van Parijs en het BBNJ-verdrag (bescherming van biodiversiteit op volle zee)
Nederland deelt de Noordzee en de open oceaan met andere landen. Een gezonde en goed beschermde zee is essentieel voor het leven op aarde. Internationale samenwerking is daarom onmisbaar, zowel voor de Noordzee als voor de volle oceaan.
Door afspraken te maken over het gebruik van zeegebied en hulpbronnen kunnen landen samen het zeemilieu beschermen. Dit gebeurt onder andere via het Klimaatakkoord van Parijs over klimaatverandering en het recente BBNJ-verdrag, dat de bescherming van biodiversiteit op de volle zee regelt.
Het naleven van deze afspraken is minstens zo belangrijk als het maken ervan. Nederland kan hierbij een actieve rol spelen dankzij de aanwezige kennis en expertise op het gebied van marien beheer, wetenschappelijk onderzoek en duurzaam gebruik van de zee. Door zich te committeren aan internationale afspraken kan Nederland bijdragen aan het behoud van biodiversiteit, het herstel van ecosystemen en de bescherming van de Noordzee en wereldzeeën voor toekomstige generaties.
Rechten van de natuur opnemen in de wet
Steeds meer politieke partijen willen natuur en zee niet langer zien als een object waarover je alleen maar rechten uitoefent, maar als een subject van recht: een drager van eigen rechten waar wij als mensen rekening mee moeten houden. Dit idee van ethiek en recht verbindt generaties en politieke overtuigingen: wij maken deel uit van de natuur, van de mooie plekken dichtbij huis en van ons grotere natuurlijk erfgoed.
Deze waardevolle natuur verdient bescherming én rechten. Om de oceaan een stem te geven wordt gepleit voor een Universele Verklaring voor de Rechten van de Oceaan, die zou moeten worden aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
Ook op nationaal niveau is het belangrijk om de rechten van natuur en zee in de wet en in de praktijk te verankeren. Dit betekent dat bij beleid, beheer en economische activiteiten altijd rekening wordt gehouden met het welzijn van ecosystemen, zodat toekomstige generaties kunnen genieten van een gezonde en levende oceaan.
Diepzeemijnbouw voorlopig niet toestaan
De diepe zeebodem bevat waardevolle metalen, zoals de mangaanknollen die op zo’n vijf kilometer diepte liggen. Deze knollen vormen niet alleen een mogelijke bron van grondstoffen, maar ook een uniek leefgebied voor diepzeedieren, zoals sponzen, koralen en micro-organismen. Op dit moment wordt in een gebied van meer dan 1,5 miljoen vierkante kilometer onderzocht of winning van deze metalen mogelijk is.
Bij mijnbouw verdwijnen de knollen, en daarmee ook de dieren en functies die ervan afhankelijk zijn. Omdat het miljoenen jaren duurt voordat nieuwe knollen ontstaan, kan dit verlies blijvend zijn. Sommige soorten lopen zelfs risico om uit te sterven. Daarnaast veroorzaakt diepzeemijnbouw stofwolken en geluid die zich over grote afstanden kunnen verspreiden, met onbekende gevolgen voor het zeeleven.
Wetenschappers waarschuwen dat we nog te weinig weten om diepzeemijnbouw veilig en milieuvriendelijk te kunnen uitvoeren. Zo zijn er pas recent duizenden nieuwe diersoorten ontdekt in knollengebieden, en mogelijk spelen de knollen zelfs een rol bij de zuurstofproductie in zee. Omdat de gevolgen zo onzeker en potentieel groot zijn, pleiten veel deskundigen ervoor om het voorzorgsprincipe toe te passen: voorlopig geen diepzeemijnbouw toestaan totdat we beter begrijpen wat er op het spel staat.
Maatregelen om onderwaterlawaai tegen te gaan
Veel zeedieren zijn voor hun overleving afhankelijk van geluid: ze gebruiken het om te communiceren, prooien te vinden en zich te oriënteren. Door menselijke activiteiten zoals scheepvaart, de bouw van windmolens en seismisch onderzoek neemt het onderwaterlawaai steeds verder toe. Dit verstoort niet alleen dolfijnen, maar ook vissen en andere dieren ervaren stress en gedragsveranderingen.
Er zijn manieren om het lawaai te beperken. Schepen kunnen bijvoorbeeld langzamer varen in kwetsbare gebieden of speciale schroeven gebruiken die minder geluid maken. Bij bouwactiviteiten op zee bestaan ook technieken om het geluid te dempen.
Het terugdringen van onderwaterlawaai is vooral belangrijk in gevoelige gebieden, zoals het Noordpoolgebied. Daar leven dieren zoals beloega’s en narwallen die niet gewend zijn aan menselijk geluid en daardoor extra kwetsbaar zijn.
Door maatregelen te nemen tegen onderwaterlawaai kunnen we zee-ecosystemen beschermen en ervoor zorgen dat dieren hun natuurlijke gedrag kunnen behouden. Een mogelijke maatregel is het stellen van een norm voor onderwaterlawaai, waaraan menselijke activiteiten op zee zich moeten houden.
Opstellen van natuurinclusief beleid over CO2-verwijdering op zee
De oceaan is het grootste natuurlijke koolstofreservoir op aarde. Ze speelt een belangrijke rol in het opnemen van CO₂ uit de atmosfeer en helpt zo de opwarming van de aarde te beperken. Sinds de industriële revolutie heeft de zee ongeveer een kwart van alle door mensen uitgestoten CO₂ opgenomen. Dat is gunstig voor het klimaat, maar het heeft ook een keerzijde: het extra CO₂ maakt het zeewater zuurder, wat schadelijk kan zijn voor zeedieren en ecosystemen.
Internationaal groeit de belangstelling voor manieren om de oceaan actief meer CO₂ te laten opnemen. Dit wordt “mariene CO₂-verwijdering” (of CDR) genoemd. Dat kan bijvoorbeeld door de chemische samenstelling van zeewater te veranderen (zogeheten alkalinisatie) of door CO₂ op te slaan in diepere oceaanlagen of onder de zeebodem.
Hoewel deze technieken veelbelovend lijken, is nog weinig bekend over hun veiligheid, effectiviteit en gevolgen voor het zeeleven. Tegelijkertijd wordt de behoefte aan CO₂-verwijdering steeds urgenter om klimaatdoelen te halen. Daarom is het belangrijk dat er beleid komt om zorgvuldig te onderzoeken onder welke voorwaarden zulke methoden verantwoord kunnen worden toegepast.
Hoe is deze ZeeWijzer gemaakt?
Deze stemgids is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Sustainable Ocean Community (Utrecht Universiteit en NIOZ) en Stichting De Noordzee en gebaseerd op de partijprogramma’s van 24 september 2025. De partijprogramma’s zijn getoetst aan 13 stellingen die bijdragen aan de bescherming van de zee. De stemgids wordt ondersteund door Greenpeace, DMEC, de Jonge Klimaatbeweging, en het Early Career Ocean Professional netwerk in Nederland.
De volgende oceaan experts hebben bijgedragen aan het opstellen en uitwerken van de gids:
Alex Oude Elferink (Universiteit Utrecht), Amber Boot (Universiteit Utrecht), Anieke van Leeuwen (NIOZ), Ben Vollaard (Universiteit Tilburg), Bennie van der Struijs (Universiteit Utrecht / ECOP), Eelco Leemans (Leeways Marine), Erik van Sebille (Universiteit Utrecht), Frank Petersen (Waddenvereniging), Gert-Jan Reichart (NIOZ / Universiteit Utrecht), Henny van der Windt (Rijksuniversiteit Groningen), Jan van de Venis (Rechten van de Natuur), Jasper de Goeij (Universiteit van Amsterdam), Jasper Wisman (TAUW BV), Jos Koopman (TAUW BV), Kjeld Werther (Universiteit Wageningen / ECOP), Lisa Becking (Naturalis Biodiversity Center & Wageningen University & Research), Maaike van Diepen (Greenpeace), Mei Nelissen (NIOZ / Universiteit Utrecht), Meike Bos (Universiteit Utrecht), Meike Vedder (Stichting de Noordzee), Merel den Held (Stichting de Noordzee), Nina Fieten (Stichting de Noordzee), Rob Middag (NIOZ / Rijksuniversiteit Groningen), Sabine Gollner (NIOZ), Sander Des Tombe (DMEC), Sophie de Reus (Stichting de Noordzee), Stefanie Ypma (Universiteit Utrecht), Stein van Oosteren (Permanent delegation to UNESCO), Tijno de Nooij (Universiteit Utrecht / ECOP).
Vormgeving van de ZeeWijzer door Mandy Spaltman.
